Kun je iets vertellen over je persoonlijke achtergrond en waar jouw focus ligt binnen je rol van bedrijfsjurist bij NXP?
‘Na mijn wetenschappelijke loopbaan ben ik gaan werken bij Philips. In 2005 was ik als bedrijfsjurist betrokken bij de afstoting van de chipdivisie van Philips waar het huidige NXP uit is voortgekomen. Ik heb mij de laatste jaren vooral beziggehouden met reorganisaties en internationale fusies en overnames. Hoewel daar veel aandacht voor is in de media, begrijp ik dat het voor veel bedrijfsjuristen geen dagelijkse kost is. Dat verklaart waarom het niet in de top drie van de belangrijkste aandachtspunten uit de poll naar voren kwam.’
Nu we het er toch over hebben: waar sta je in de discussie over het Rijnlandse versus het Angelsaksische model?
‘Ik ben een voorstander van het gematigde Angelsaksische model. Maar wat mij betreft mag je dat ook Rijnland 2.0 noemen. Ik zie in beide modellen gezonde elementen. Waar het om gaat is dat je de belangen van alle stakeholders afweegt, maar uiteindelijk ook de realiteit van de aandeelhouders niet uit het oog verliest.’
NA MIJN WETENSCHAPPELIJKE LOOPBAAN BEN IK GAAN WERKEN BIJ PHILIPS
‘Ik hoop dat we op tijd klaar zijn, maar ik weet dat we nog veel moeten doen. We zijn een business-to-business bedrijf, dus aan de commerciële kant is onze problematiek minder complex dan die van sommige andere organisaties. Wel zijn we een groot bedrijf met veel medewerkers. Onze focus ligt dus op de privacybescherming van onze eigen collega’s. Daar ligt voor ons tegelijkertijd ook een dilemma. Mag je bijvoorbeeld met e-mails meekijken als er een risico is dat vertrouwelijke bedrijfsgegevens bewust of onbewust naar buiten gaan terwijl ze eigenlijk binnen moesten blijven?
Daarnaast stellen de technologische ontwikkelingen ons ook voor juridische uitdagingen. In de toekomst zullen de chips zelf steeds meer gegevens over de gebruiker bevatten. Het is onze verantwoordelijkheid om daar goede beveiligingsoplossingen voor te kiezen terwijl het voor onze klanten nog wel praktisch moet blijven. Als derde aandachtspunt zou ik de grote verschillen tussen Europa, de VS en Azië willen noemen. In het algemeen is de regelgeving in Europa veel strenger. Privacy in de VS is geen hot topic. Dat hebben we gemerkt toen we bij de overname van een Amerikaans bedrijf er opeens collega’s bij kregen die niet alleen gewend waren aan andere regelgeving, maar die ook een andere cultuur hadden.’
ONZE FOCUS LIGT OP DE PRIVACYBESCHERMING VAN ONZE EIGEN COLLEGA’S
ETHIEK GAAT VERDER DAN DE REGELTJES UITVOEREN
‘Als bedrijfsjurist moet je je het onderwerp niet op je bordje laten schuiven waardoor anderen in de onderneming er niets meer aan doen. Je moet aandacht vragen voor het onderwerp en de business managers meekrijgen. Daarbij kan er een spanning zijn tussen hoe de regels zijn opgesteld en wat de oorspronkelijke bedoeling van de regels was.
Ik geef een voorbeeld: alle afnemers die gebruik maken van goud – wij dus ook – moeten rapporteren over de herkomst van de grondstof. De achtergrond van deze regel is dat goud een zogeheten conflict mineral is.
Je moet er echter voor waken dat het niet een circus wordt van kruisjes zetten dat uitsluitend de schijn van integriteit beschermt. Je moet daadwerkelijk kijken waar je mee bezig bent. Daarmee gaat ethiek dus verder dan de regeltjes uitvoeren. Daarbij zijn wij als bedrijf overigens gevoeliger voor de signalen van onze klanten dan die van de toezichthouders. Onze relatie met onze grote klanten en de bescherming van hun reputatie is voor ons cruciaal en die relatie is doorslaggevend om business managers mee te krijgen.’
‘Nee, daarmee lopen we niet voorop. In mijn omgeving is er weinig sprake van echte innovatie. Wel reizen we minder door gebruik te maken van Skype en brengen we doorlooptijden terug door slimme kantoorsystemen waardoor je ook thuis of elders kunt werken.
Doordat je nu overal en altijd kunt werken is de druk overigens wel veel groter geworden, met name ook omdat ons management zich overal in de wereld bevindt en wij dus veel te maken hebben met tijdsverschillen.
We werken met 30 juristen op een totaal van 35.000 medewerkers wereldwijd.
Er is dus altijd wel ergens een juridische vraag. Die druk zorgt er ook voor dat de samenwerking met externe advocaten veel intensiever is geworden. Advocaten die zich goed inleven in de wereld van de klant worden een verlengstuk van de eigen afdeling. Overigens is mijn advies aan advocatenkantoren ten aanzien van technologische innovatie dat kantoren dat nooit alleen moeten doen, maar altijd samen met de klant.’
Google+